Tag archieven: Matthijs Maris

De dode eik bij Wolfheze | Matthijs Maris | 1859

Nog een Nederlandse schilder die ik zeer bewonder: Mathijs Maris. Mathijs Maris behoorde samen met zijn broers; Willem en Jacob tot de Haagse School. Later ging hij in Parijs wonen en daar hoopte Vincent van Gogh les van hem te krijgen, omdat hij hem zo bewonderde. Maris adviseerde hem echter alles te gaan doen behalve schilderen. Maris vertrok later naar Londen. Zijn stijl veranderde en werd meer symbolisch. Na zijn dood eerde de Engelse pers hem als een groot kunstenaar.

Sprookje|Matthijs Maris|1875-77

Behalve zijn haat tegen alles wat met handel of geld te maken heeft, maakt ook zijn gevoelige werk hem tot een eenling. Veel van de werken lijken droombeelden. Het zijn schimmige voorstellingen waarin het onderwerp soms maar met moeite te onderscheiden is. Achter de schilderijen schuilen de hevige emoties van een eenzame, in zichzelf gekeerde schilder. En zoals zo vaak levert dat prachtige kunst op….

Staand meisje, een doek naaiend|Matthijs Maris|1839-1917

Matthijs Maris werd door mede kunstenaars zeer bewonderd. Het verhaal gaat dat Vincent van Gogh graag les van hem wilde hebben, maar dat Maris dat weigerde; hij raadde hem aan “alles te gaan doen, behalve schilderen!” Vakgenoten beschouwden hem als één der grootsten. Hij was erg gevoelig en werd door het publiek niet echt gewaardeerd. dat maakte hem onzeker. Ook wilde hij niks met de kunsthandel te maken hebben; hij wilde alleen dingen maken vanuit zijn eigen creativiteit, niet onder druk van de verkoop.

KoningskinderenlMatthijs Marisl1890

Een Nederlandse schilder die ik graag eens onder de aandacht wil brengen is Matthijs Maris. De middelste van drie schilderende broers Jacob, Matthijs en Willem. Zij waren allen lid van De Haagse School, een groep Nederlandse impressionisten. Maar Matthijs was een eenling; hij kan eigenlijk niet als vertegenwoordiger van de Haagse School worden gezien; groene weilanden met koeien, poldergezichten met grijze wolkenluchten komen op zijn repertoire niet voor. Hij maakte meer sprookjesachtige tekeningen en schilderijen, waardoor hij meer tot de stroming van het laat 19de eeuwse symbolisme wordt gerekend. Dit werk is daar een duidelijk voorbeeld van.