De man die Psyche door het lot was toegewezen kwam pas als het donker was en verliet haar weer voordat het licht was. Ze smeekte vaak of hij nog even kon blijven tot het licht was, maar hij weigerde dat steeds. Hij zei: waarom zou je me willen zien? Twijfel je aan mijn liefde? Als je me zou zien zou je misschien bang voor me zijn of me adoreren. Het enige wat ik van je vraag is je liefde. Ik wil liever dat je van me houdt als gelijke dan dat je van me houdt als een god. Toch werd Psyche ongelukkig door deze situatie. Haar zussen aan wie ze haar probleem vertelde raadden haar aan het licht aan te doen als hij sliep om te kijken hoe hij er uit zag en als het een monster was hem te doden met een dolk. Toen ze deze raad opvolgde bleek het echter helemaal geen monster; hij was de mooiste der goden, met gouden krullen, twee vochtige vleugels op zijn schouders, witter dan sneeuw, met glimmende veren.