Dit werk van Moore heb ik al eerder laten zien, maar het kan ook zeker niet ontbreken op deze overzichtstentoonstelling van henry Moore in het Museum Beelden aan zee in Scheveningen. Moore’s weergave van dit koningspaar richt zich op de oude opvatting van de vorst als een goddelijk of goddelijk gezegend wezen. Moore heeft naturalistische onderdelen, bijvoorbeeld de handen en voeten, gecombineerd met meer geabstraheerde elementen, zoals de hoofden. Zijn bedoeling was om de vermenging van het menselijke en het hemelse binnen het koningschap te suggereren. Ondanks dat sommige critici de ongebruikelijke combinatie van naturalisme en fantasie afkeurden, werd dit één van zijn beroemdste werken. Een mooie overzichtstentoonstelling met meer dan tachtig werken is nog te zien tot:
Tag archieven: Scheveningen
Three Way Piece No.1 | Henry Moore | 1965
Het monumentale, bijna twee meter hoge kunstwerk ontstond op basis van slechts een klein stuk vuursteen dat in Moore’s studio lag en op drie scherpe punten rustte. Hij maakte deze eerste versie van gips, aangebracht op een geraamte van hout en jute, waarin hij tekende en kraste, een schilderkunstige techniek die hij vaak gebruikte tijdens het modelleren. Hij kleurde, schuurde en bleekte het oppervlak met verschillende materialen om het oppervlak textuur te geven. Zo ontstond een beeld waarin ook dierlijke vormen te herkennen zijn, van een bot of een kies wellicht. Het vormt een fraaie verwijzing naar hoe volgens Moore in de natuur alles met elkaar verbonden is.
Woman with Upraised Arms | Henry Moore | 1925
Vorige week was ik in Scheveningen om de tentoonstelling “Henry Moore Vorm en Materiaal” te zien in Museum Beelden aan Zee. De Engelse beeldhouwer is een van de belangrijkste kunstenaars van de twintigste eeuw. Hij ontwikkelde een unieke, karakteristieke vormentaal balancerend tussen figuratie en abstractie die hem uiteindelijk wereldberoemd zou maken. Virtuositeit en een ambachtelijke behandeling van het materiaal waren onder meer kwaliteiten van de “niet westerse” beeldhouwkunst die Moore in de jaren twintig uitvoerig in het British Museum in Londen bestudeerde. Hij voelde zich mede tot deze werken aangetrokken omdat ze niet behoorden tot de traditionele westerse canon zoals die op de kunstacademies wed onderwezen.
Daphne | Iris Le Rütte | 1960
Sinds het beroemde beeldje Venus van Willendorf, dat wel 25000 jaar oud is, vormt de menselijke figuur het hoofdonderwerp van de beeldhouwkunst. Ook de tijdelijke dominantie van de abstracte kunst in de twintigste eeuw ontmoedigde kunstenaars niet om de mens als onderwerp te nemen. Iris Le Rütte (Eindhoven 1960) is een Nederlandse Beeldhouwer, tekenaar en dichter. Tijdens haar studie koos Le Rütte, tegen de destijds heersende mode van abstractie, zelfonderzoek en discussie, voor herkenbare vormen. Naast kleine sculpturen in brons, maakt Le Rütte monumentaal werk dat zich op vele plaatsen in de openbare ruimte bevindt. Haar beeldende werk wordt gezien als figuratief (maar niet realistisch) en sprookjesachtig, waarbij silhouetten, schaduwen, spiegelbeelden, mensvormen en dieren een belangrijke rol spelen.
Wicht | Oswald Wenckebach | 1958
“Wicht” een prima naam voor dit eigenwijze meisje met haar neus in de wind, wat staat op het Panoramaterras van Museum beelden aan Zee in Scheveningen. Ludwig Oswald Wenckebach (1895-1962) was een Nederlandse beeldhouwer, kunstschilder, lithograaf, houtsnijder en medailleur. Aanvankelijk was Wenckebach actief in al deze disciplines, maar later bekwaamde hij zich in het beeldhouwen, waarop hij in 1920 al zijn andere werk vernietigde en verderging als beeldhouwer. Wenckebachs stijl is vrij klassiek, pas in de Jaren vijftig ontwikkelde hij een meer eigen stijl. Hij werkte voornamelijk in steen en brons. Zijn meest bekende werk is Monsieur Jacques (1956), waarvan afgietsels staan bij de ingang van het Kröller-Muller Museum in Otterlo en aan de Coolsingel in Rotterdam.