Tag archieven: Museum Beelden aan Zee

King and Queen | Henry Moore | 1953

Dit werk van Moore heb ik al eerder laten zien, maar het kan ook zeker niet ontbreken op deze overzichtstentoonstelling van henry Moore in het Museum Beelden aan zee in Scheveningen. Moore’s weergave van dit koningspaar richt zich op de oude opvatting van de vorst als een goddelijk of goddelijk gezegend wezen. Moore heeft naturalistische onderdelen, bijvoorbeeld de handen en voeten, gecombineerd met meer geabstraheerde elementen, zoals de hoofden. Zijn bedoeling was om de vermenging van het menselijke en het hemelse binnen het koningschap te suggereren. Ondanks dat sommige critici de ongebruikelijke combinatie van naturalisme en fantasie afkeurden, werd dit één van zijn beroemdste werken. Een mooie overzichtstentoonstelling met meer dan tachtig werken is nog te zien tot:

Three Way Piece No.1 | Henry Moore | 1965

Het monumentale, bijna twee meter hoge kunstwerk ontstond op basis van slechts een klein stuk vuursteen dat in Moore’s studio lag en op drie scherpe punten rustte. Hij maakte deze eerste versie van gips, aangebracht op een geraamte van hout en jute, waarin hij tekende en kraste, een schilderkunstige techniek die hij vaak gebruikte tijdens het modelleren. Hij kleurde, schuurde en bleekte het oppervlak met verschillende materialen om het oppervlak textuur te geven. Zo ontstond een beeld waarin ook dierlijke vormen te herkennen zijn, van een bot of een kies wellicht. Het vormt een fraaie verwijzing naar hoe volgens Moore in de natuur alles met elkaar verbonden is.

Woman with Upraised Arms | Henry Moore | 1925

Vorige week was ik in Scheveningen om de tentoonstelling “Henry Moore Vorm en Materiaal” te zien in Museum Beelden aan Zee. De Engelse beeldhouwer is een van de belangrijkste kunstenaars van de twintigste eeuw. Hij ontwikkelde een unieke, karakteristieke vormentaal balancerend tussen figuratie en abstractie die hem uiteindelijk wereldberoemd zou maken. Virtuositeit en een ambachtelijke behandeling van het materiaal waren onder meer kwaliteiten van de “niet westerse” beeldhouwkunst die Moore in de jaren twintig uitvoerig in het British Museum in Londen bestudeerde. Hij voelde zich mede tot deze werken aangetrokken omdat ze niet behoorden tot de traditionele westerse canon zoals die op de kunstacademies wed onderwezen.