In 1966 zet Kusama op de Biënnale van Venetië een opmerkelijke stap. Ze presenteert, buiten het officiële programma in het park, het werk “Narcissus Garden”. De installatie bestaat uit honderden spiegelende bollen die ze voor twee dollar per stuk te koop aanbiedt. De organisatie verbiedt haar de bollen voor zo weinig geld te verkopen. Kusama is op dat moment echter teleurgesteld in zowel de New Yorkse als Nederlandse kunstwereld, waar vooral mannelijke kunstenaars veel meer aandacht krijgen dan zij als jonge Aziatische vrouw. De tentoonstelling over de jaren 1965-1970 van Yayoi Kusama in het Stedelijk Museum Schiedam is nog te zien tot 25 februari 2024 en is uitzonderlijk door het onbekende en zeer kwetsbare werk wat er te zien is uit haar vroege jaren. Ook leuk is het tijdsbeeld wat je mee krijgt uit die hippie jaren. Meer info: www. stedelijkmuseumschiedam.nl
Tag archieven: Stedelijk Museum Schiedam
Voedselobsessie (macaronie handtas) | Yayoi Kusama | 1965
Met haar werk sluit Kusama aan op de seksuele revolutie en de taboedoorbrekende tendensen van de jaren zestig. Kusama’s beelden komen echter ook voort uit een ongelukkige jeugd. De obsessie voor eten, bloemen en fallussen is onlosmakelijk verbonden met een (seksueel) trauma uit het verleden. Al in haar jeugdjaren heeft zij te kampen met waanbeelden en visioenen waarin o.a. netten en fallussen zich eindeloos herhalen. Door het steeds herhalen van fallussen, voedsel(macaroni) en bloemen denkt ze haar angsten voor seksualiteit het hoofd te kunnen bieden. “Ik werk graag met macaroni. Aardappelen zijn mij te primitief. Maar de machinale macaroni, in zijn eindeloze herhaling betekent veel voor mij.”
Fallisch meisje | Yayoi Kusama | 1967
Vorige week bezocht ik de tentoonstelling: “Yayoi Kusama. De Nederlandse jaren 1965-1970” in het Stedelijk Museum Schiedam. Yayoi Kusama is in de afgelopen decennia uitgegroeid tot een van de beroemdste en meest getoonde internationale wereldsterren uit de kunstwereld. Ze is geliefd om haar oneindige spiegelruimtes en haar kleurrijke stippen. Kusama woont in de jaren zestig in de Verenigde Staten, maar exposeert vaker in Nederland dan daar. In deze tentoonstelling is te zien wat ze hier in Nederland deed en waarom juist hier. In New York begon Kusama rond 1962 met het maken van “Aggregations” (opeenhopingen) van zachte vormen in de vorm van penissen op alledaagse voorwerpen. De werken die je op deze tentoonstelling ziet zijn gemaakt in den Haag speciaal voor haar tentoonstelling in dit zelfde museum in Schiedam in 1967. Wat leuk en bijzonder!
Vechtende vogels | Anton Rooskens | 1961
Rooskens schildert in de jaren rond 1960 met krachtige kwaststreken, druipende verf en donkere kleuren. Zelf beschrijft hij deze fase in zijn werk als zijn “demonische periode” . De thematiek heeft met zijn eigen innerlijke onrust te maken, maar hangt ook samen met de onzekerheid van de Koude oorlog. Er ontstaan werken met titels als Vechtende vogels en Ongelijk duel. De tentoonstelling “Anton Rooskens”in Stedelijk Museum Schiedam laat zien hoe kunstenaars als Rooskens in hun tijd dachten en leefden. Belicht wordt de bevoorrechte positie van Rooskens zelf: hoe kwamen zijn reizen tot stand, wie introduceerde hem op nieuwe plekken en hoe financierde hij zijn reizen? In het geval van Rooskens is daarbij ook een persoonlijke ontwikkeling te zien, waarin hij zijn verwachtingen van nieuwe reizen steeds iets bijstelt. Deze tentoonstelling is nog te zien t/m 25 juni 2023. Meer info: www.stedelijkmuseumschiedam.nl
Dance Macabre | Anton Rooskens | 1949
De jonge kunstenaars van de bekende Cobra-groep veroorzaken na de Tweede Wereldoorlog opschudding door wild en abstract te schilderen. Ze houden van experimenteren en hebben als voorbeeld onder andere etnografica en kindertekeningen. Ook bewonderen ze de kunst van psychiatrische patiënten. Rooskens is erbij als in juli 1948 in Amsterdam de Experimentele Groep in Holland wordt opgericht, samen met Karel Appel, Jan Nieuwenhuys en Theo Wolvecamp. In 1949 exposeert hij met hen en geestverwante kunstenaars uit Denemarken, België en andere landen op de geruchtmakende Cobra tentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam. Al kort na de opening stappen Wolvecamp en Rooskens uit Cobra, deels door de hoog oplopende politieke discussies binnen de groep. Rooskens voelt zich meer op zijn plek bij de groep Creatie.