Vorige week moest mijn echtgenoot even iets ophalen in Dordrecht, dus maakte ik van die gelegenheid gebruik om dan de tentoonstelling “Kunst voor de Kost” te gaan zien. Een interessant onderwerp vind ik; altijd wordt er een beetje neerbuigend gedaan over kunstenaars die commercieel werken, maar men vergeet daarbij dat bij iedereen toch gewoon “het schouwtje moet roken”….In de 19de eeuw, toen de handel een sterk sturende rol ging spelen in de kunstwereld, werden kunstenaars steeds vindingrijker. Sommigen maakten goed verkoopbare schilderijen naast hun eigen, vrije werk. Andere kunstenaars hadden het geluk dat hun favoriete onderwerp goed in de markt lag. De schilderijen met spelende katjes van Henriette Ronner-Knip (1821-1909) waren eind 19de eeuw buitengewoon gewild. Haar werk was te zien op tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Als kostwinner van haar gezin beschouwde zij de verkoop van haar werk als een ‘noodzakelijk kwaad’. Hoe meer katten de klant op een schilderij wenste, hoe hoger de prijs.