Rond 1850 stuitte Millets werk op pure vijandigheid, omdat men vreesde dat zijn schilderijen een politieke lading hadden. De herinneringen aan de revolutie van 1848 leefde nog sterk en de autoriteiten werden benauwd van iedere uiting met een socialistische ondertoon. Millet weigerde een politiek standpunt in te nemen. Na 1849 verbleef Millet vooral in Barbizon, waar hij bevriend raakte met Rousseau en andere leden van de School van Barbizon. Onder hun invloed wijdde hij zich tenslotte aan het schilderen van landschappen.
