Tag archieven: Cobramuseum Amstelveen

Zonder titel | Karel Appel | 1961

Karel Appel staat bekend om een aantal uitspraken die vaak te letterlijk werden genomen, zoals: “Ik rotzooi maar wat aan”. Met zijn persoonlijkheid, gedurfde materiaalkeuze en afwijzing van intellectuele theorieën had hij echter wel een sterke (beeldende) invloed op de andere Nederlandse Cobra kunstenaars. Mede door het bekrompen klimaat in Nederland in die tijd, besloot hij in 1950 naar het wereldse Parijs te vertrekken. Intussen kreeg hij steeds meer internationale bekendheid en in 1968 kwam er dan ook eindelijk een solotentoonstelling van hem in het Stedelijk Museum in Amsterdam. In 2006 stierf hij in Parijs en ligt aldaar begraven op het beroemde kerkhof Père Lachaise, dus volgende keer niet alleen Jim Morrison bezoeken, maar ook even langs Karel! Geknoei of niet ik vind dit een prachtig schilderij en een mooie tentoonstelling. Nog te zie t/m 24 oktober Meer info: www.cobra-museum.nl


Vechtende vogels | Karel Appel| 1958

Over de Cobra-beweging zei Karel Appel later: “We wilden helemaal opnieuw beginnen, net zoals een kind”. Al in 1947 schilderde hij figuren, menselijke en dierlijke wezens met grote hoofden en kinderlijk, wijd open ogen. Kindertekeningen vormden een belangrijke inspiratiebron voor Appel. De kunst van de Cobra-beweging, en zeker ook die van Appel, is hier dan ook vaak mee vergeleken. Dat was zeker niet altijd positief. Ik kan me uit mijn jeugd wel herinneren dat men hem en zijn kunst uitlachten; “een knoeier, kindertekeningen”. Later werd er toch anders over gedacht: je in het volwassen leven op kinderlijke wijze verwonderen over de wereld en dit weten over te brengen, kon Karel appel als geen ander!

Mens, de getuige | Karel Appel | 1958

Als je dan toch naar het Cobramuseum in Amstelveen gaat om de expositie van Frida Kahlo te zien, dan kun je natuurlijk net zo goed ook even op je gemak de expositie aldaar over Karel appel bekijken : Karel Appel 100 jaar. Dit jaar zou Karel appel 100 jaar geworden zijn, voor het Cobra Museum aanleiding om speciale aandacht aan zijn werk te schenken. Hij is een van de bekendste Nederlandse naoorlogse kunstenaars. Hij was mede oprichter van de invloedrijke Cobra beweging ((1948-1951), die alle traditionele regels in de schilderkunst overboord gooide. Voor velen staat Appels werk symbool voor deze beweging, die kleurrijke en spontane kunst voortbracht, en kinderen en fantasiewezens als belangrijke onderwerpen zag.

Diego in mijn gedachten (zelfportret als Tehuana) | Frida Kahlo | 1943

Dit zelfportret is een van de beroemdste zelfportretten in Frida Kahlo’s oeuvre. Haar verbondenheid met Diego Rivera is duidelijk door zijn portret op haar voorhoofd. Een netwerk van wortels verbindt hen met de Mexicaanse aarde. De hoofdtooi is een klassieke dracht van vrouwen tijdens hun huwelijk en andere officiële gelegenheden in de regio Tehuantepec. Kahlo droeg vaak de traditionele klederdracht van vrouwen uit dit gebied, waar vrouwen de economie leiden. Al met al een prachtige, indrukwekkende tentoonstelling, die een heel goed beeld geeft van beide kunstenaars, hoezeer ze met elkaar en Mexico verbonden waren. In dit schilderij zit het allemaal! De tentoonstelling is nog te zien t/m 26 september, elke dag van 10 tot 22 uur. Meer info: www.cobra-museum.nl

Liefdesomhelzing van het universum, de aarde (Mexico) Diego, ikzelf en de heer Xólotl | Frida Kahlo | 1949

Frida Kahlo had een stormachtig leven. Op zesjarige leeftijd werd ze getroffen door kinderverlamming aan haar rechterbeen. Dit was de bron van een aantal complexen die ze haar hele leven zou meedragen. Op haar achttiende werd de bus waarin ze zat aangereden door een tram en werd ze zwaargewond. Maandenlang moest ze het bed houden en had veel pijn. Dat was de tijd dat ze begon met schilderen. Door het ongeluk, dat haar bekken brak, kon ze geen voldragen kinderen baren. Een zwangerschap eindigde in een pijnlijke miskraam. Ook haar huwelijken met de twintig jaar oudere Diego Rivera waren stormachtig. Ze hadden beide buitenechtelijke affaires. In eerste instantie leefde ze als kunstenares vooral in de schaduw van Diego, maar dat veranderde als ze in 1938 haar eerste solotentoonstelling krijgt in New York. Zij overleed in 1954, zevenenveertig jaar oud. Ze liet een briefje achter met de tekst: “Ik hoop dat het einde vrolijk was. Ik hoef nooit meer terug te keren”.